Dominicus De Graaf wordt geboren op 9 februari 1895. Hij is één van de 10 kinderen van Lambertus De Graaf en Maria Aldegonde Van Baelen, een landbouwersgezin te Lommel-Kolonie.
Als oorlogsvrijwilliger neemt Dominicus dienst bij de Carabiniers-Cyclisten. Hij overlijdt op 16 februari 1916 in een ambulance, sector Diksmuide, nadat hij door een Duitse kogel in zijn hart is geraakt. Dominicus vindt zijn laatste rustplaats in Adinkerke, waar ook zijn broer Paulus Lambertus, werd begraven.

De Carabiniers-Cyclisten worden omwille van hun donkere uniform, hun snelle aanval en geluidloze aftocht in de nacht, door de Duitsers al snel de ‘Zwarte Duivels’ genoemd. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog leveren ze een belangrijke bijdrage aan de Slag der Zilveren Helmen bij Halen, waar ze de Duitse cavalerie weten terug te dringen.
Tijdens de terugtocht naar de Ijzer doen de Carabiniers-Cyclisten, omwille van hun beweeglijkheid, dienst als achterwacht en kunnen zo de vijandelijke achtervolging vertragen. In de stabilisatieperiode aan de Ijzer werken ze samen met de Infanterie om de wachtdiensten in de loopgraven te verzekeren.