Een onderdak voor Duitse militairen

In Lommel was het tijdens de Eerste Wereldoorlog een komen en gaan van Duitse soldaten.
Het kamp van Beverlo, pleisterplaats voor vermoeide troepen op rust en trainingsplek voor jongere soldaten, liep soms overvol. Dan werd er uitgezien naar inkwartieringsmogelijkheden in de dorpen uit de onmiddellijke omgeving. Lommel scheen bijzonder aangewezen, de inkwartieringen waren er legio gedurende de ganse bezettingstijd. Bijna elk huisgezin had 1 of meer militairen te logeren gehad, wat duidelijk bleek uit de latere schadevragen.

Zo meldde moeder Verkammen op 17 november 1915 dat er sedert een drietal weken 150 Duitse cavaleristen in Lommel verbleven. De paarden werden overal gestald, zelfs bij notaris Trouwers ‘in de plaats van den automobiel’. Er waren naar verluid ook verschillende graven en baronnen bij. Hun koks – een tiental – hadden bij Stevens in de Stationsstraat hun keuken. De salon deed er dienst als eetzaal.

De villa Stevens in de Stationsstraat te Lommel, thans autorijschool Flament.
De villa Stevens in de Stationsstraat te Lommel, thans autorijschool Flament.

In Lommel-Centrum waren er niet enkel inkwartieringen bij particulieren maar ook in het klooster van de zusters (Kloosterstraat), in de Sint-Jozefzaal, in de douanegebouwen aan Brug 12 en in diverse schoollokalen.

Het lokale Duitse hoofdkwartier of ‘Kommandantur’ was gevestigd aan het Kerkplein in het toenmalige rijkswachtgebouw. Hier zwaaide Hauptmann Kayser de plak, commandant ‘des Bezirks Lommel’. Hij logeerde in de naastliggende villa van burgemeester Van Ham.

Hauptmann Kayser (foto gewonden in een spouwmuur tijdens renovatiewerken aan de schoolgebouwen in de kloosterstraat)
(vermoedelijk) Hauptmann Kayser (foto gewonden in een spouwmuur tijdens renovatiewerken aan de schoolgebouwen in de Kloosterstraat)