Verzet in Lommel

Tijdens de oorlog kwamen niet minder dan 46 Lommelaars wegens verzetsdaden in Duitse gevangenissen terecht. Eerder hadden we het bijvoorbeeld al over koperhandelaar Martinus Eykholt. Hij overleed op 7 mei 1917 in Duits gevangenschap. Volgens de mondelinge overlevering zou hij er zichzelf van het leven hebben benomen om te voorkomen dat hij andere verzetslui zou verklikken.

Het is echter niet in alle gevallen duidelijk welke gebeurtenissen aan het verzet toe te schrijven zijn. Zo werd eind maart 1915 langsheen het Kempens Kanaal op de Blauwe Kei een telefoonleiding beschadigd. Ging het hier om een daad van sabotage of werd de schade aan de isolatoren eerder toevallig veroorzaakt door het afgooien van eikels? In ieder geval werd het bestuur van Lommel in een schrijven van de Kreischef te Maaseik d.d. 30/3/1915 gelast een boete van 10.000 fr. te betalen, wegens ‘Zerstörung der Isolatoren’. Zolang de boete niet werd betaald moest de gemeente zelf een wachtpost voorzien om de telefoonlijnen op de Blauwe Kei te bewaken.
De opgelegde wachtdienst duurde blijkbaar van 1 april tot 5 mei 1915. Intussen werd de ‘Banque Centrale du Limbourg’ te Hasselt, onder borgstelling van burgemeester Frans Van Ham en schepen Jozef Tournier, bereid gevonden een som te lenen ter financiering van de bewaking.