In de periode van de Eerste Wereldoorlog telt Lommel vier kerkgebouwen: Centrum, Kolonie, Kerkhoven en Werkplaatsen.
In Lommel-Centrum overlijdt de graag geziene pastoor Jan Vincent Claykens op 30 november 1914, net nadat hij zijn levensdroom (de bouw en de inrichting van een nieuwe kerk) had volbracht. Hij wordt er vervangen door Gerard Jonckers uit Wijchmaal. Jonckers blijkt een ietwat eingenaardig figuur, die zeker niet door alle parochianen even fel wordt geapprecieerd.

In Lommel-Kolonie is de sociaal voelende Eduard Van Lil pastoor (van 1896 tot 1923) en de geestelijke verantwoordelijke voor de parochie Kerkhoven is de uit Rotterdam afkomstige Willem Vander Velden.

Lommel-Werkplaatsen heeft sinds 1912 wel al een gloednieuw kerkgebouw, maar is dan nog geen onafhankelijke parochie. Kerkbedienaar is er de Postelse witheer Frederik Karel Coopmans (van 1907 tot 1925).
Uit parochieverslagen van Lommel-Centrum en Lommel-Kolonie blijkt dat de kerkelijke diensten onder de bezetting normaal blijven doorgaan. Processies zijn weliswaar verboden, maar men heeft wel de toestemming om individueel op bedevaart te gaan naar Scherpenheuvel. Het voorlezen van de bisschoppelijke brieven en de sermoenen tijdens de kerkdiensten worden eveneens toegelaten. De parochianen die de missen bijwonen, zijn trouwens talrijker dan voor de oorlog.
De openbare zedelijkheid, waarover de pastoors nauwlettend waken, blijkt daarentegen te verslechteren door de aanwezigheid van de Duitse soldaten. Op de parochie Kolonie zijn er zo 2 vrouwen die zich ‘slecht gedragen’. Eén ervan sterft echter kort nadien, maar niet zonder zich eerst ‘met God verzoend te hebben’.
Een aantal van deze Duitse bezetters zijn overigens trouwe kerkgangers. De katholieke militairen volgen aldus gedurende de eerste 3 maanden van de oorlog de misvieringen in de parochiekerk van het Centrum bij en daarna in de kloosterkappel (van de zusters in de Kloosterstraat). De Duitse protestanten wonen de erediensten bij in een danszaal. In Lommel-Kolonie wordt om de 3 weken een kerkdienst verzorgd door een Duits aalmoezenier, een pater Franciscaan uit het klooster Vlodorp.