The Cereal Company

Zoals in een eerder bericht al vermeld, start van bij het begin van de oorlog een brievensmokkel om de contacten tussen de Belgische soldaten en het thuisfront te onderhouden.  Via het neutrale Nederland, de Noordzee en Engeland komen alle schrijfsels ter bestemming.  De militaire overheid van de geallieerden maakt van deze organisatie dankbaar gebruik om hun spionagenet onder de schuilnaam ‘The Cereal Company’ verder uit te bouwen.

Het zwaartepunt van het netwerk situeert zich in het noorden van onze provincie, met Neerpelt als hoofdkwartier.  De spionageactiviteiten worden geleid door Jefke Peeters, ambtenaar in Hasselt en zijn twee Neerpeltse luitenants: priester Ballings en Louis Loos.  Het net heeft vertakkingen over heel België en reikt zelfs tot in Frankrijk.

Eén van de vertakkingen is de Groep Lommel-Mol, waartoe o.m. ook Camiel Derdaele, Pier Mannaerts, Leopold en Maria Meus, Victor Poets met echtgenote en dochters Anna en Maria, Frans Peys, en Jef Soeffers behoren.

The Cereal Company verzamelt zoveel mogelijk inlichtingen voor de Britten. Talrijke agenten bemannen spoorwegobservatieposten.  De informatie bereikt via grenskoeriers de Nederlandse zijde, waar weer andere Belgische agenten ervoor zorgen dat de berichten bij de geallieerde diensten terechtkomen.

Het leven van een spion is uiteraard niet zonder gevaar.  46 Lommelaars komen uiteindelijk in Duitse gevangenissen terecht en moeten vaak zware verhoorprocedures ondergaan.  Zo overlijdt Martinus Eykholt (zie ook ‘Stil verzet’) op 7 mei 1917 in gevangenschap.  Volgens de overlevering zou hij zichzelf van het leven hebben benomen om te vermijden dat hij anderen zou verklikken.

In een bijlage van de ‘London Gazette’ verschijnt op 12 september 1919 een lijst van Belgische burgers die tijdens de oorlog als vrijwilligers verbonden waren aan het Britse leger (o.a. als spion).  Deze lijst vermeldt ook verschillende Lommelaars.

LG1

LG2

LG3