Stil verzet

Anders dan tijdens de Tweede Wereldoorlog is er tegen de Duitse bezetting van 1914-1918 weinig georganiseerd en nog minder gewapend verzet.  De enige vormen van actieve weerstand tegen de bezetter zijn de grensoverschrijdingen en de spionage ten voordele van het geallieerde leger.

Er zijn wel wat uitingen van anti-Duitse gevoelens.  Het Lommelse vrouwvolk toont zich bijvoorbeeld patriottisch door hun hoeden met zwart-geel-rode linten te tooien.

Ook Gustaaf Trouwers, die in 1912 zijn vader Guillaume als notaris opvolgt, laat zijn houding ten opzichte van de Duitse bezetting op een brave maar subtiele manier blijken.  Bij de geboorte van zijn zoon in oktober 1916 laat hij hem Georges dopen.  De naam van de inmiddels overleden grootvader wordt bewust gemeden omdat die gelijk staat met Willem, de naam van de Duitse keizer …

De actie van Martinus Eykholt, koperhandelaar in de Kerkstraat en daarom bijgenaamd ‘Koperen Tinus’, is net iets gedurfder.  Volgens de mondelinge overlevering lokt hij op een gegeven dag de twee honden van een Duitse officier bij zich, wrijft hun achterwerk in met peper en bevestigt op hun rug een plaat met de boodschap ‘Ik kom van ’t front, met de keizer aan mijn k… !’.  De arme beestjes slepen zich vervolgens op hun achterste door de Kerkstraat, uiteraard tot groot jolijt van de Lommelaars.

Het handelspand van Koperen Tinus in de Kerkstraat
Het handelspand van Koperen Tinus in de Kerkstraat