Gemeentelijk secretaris
Egidius Joosten is sinds 1904 de gemeentelijk secretaris van Lommel. Hij wordt geboren op 13 juli 1878 in een landbouwersgezin op het gehucht Heide. Later woont hij met zijn gezin aan het Dorpsplein, vlakbij het Lommelse gemeentehuis.
De administratieve taken van de gemeentelijk secretaris tijdens de bezetting zijn veelvuldig. Los van de gebruikelijke administratie moet hij voor de Kommandatur in Lommel elke maand de nodige lijsten opstellen met betrekking tot de overlijdens, de wijzingen bij de vluchtelingen, het veebestand, het varkensbestand, de slachtingen, de vleesprijzen en elke week de lijst van werklozen. Verder verwacht de Kreischef in Maaseik ook iedere maand het paardenbestand en de lijst van de haverleveringen.
Joosten wordt in zijn taak bijgestaan door twee bedienden: Jan Weckx en Henri Verkammen (die tijdens WOI tijdelijk wordt vervangen door Peter Bosmans).
Einde 1917 wordt Joosten, om voor ons onbekende redenen, door het Duitse krijgsgerecht veroordeeld tot één maand gevangenisstraf. Omdat hij voor de werking van de gemeente onmisbaar is en eveneens al langere tijd aan een maagontsteking lijdt, doet het gemeentebestuur op 21 december 1917 een dringend verzoek tot zijn vrijlating, wat door de Militair Gouverneur van Limburg wordt ingewilligd.

Gemeentelijk ontvanger
Ferdinand Theuwissen wordt in 1862 in Hechtel geboren en is tussen 1881 en 1900 hoofdonderwijzer in Lommel. In 1891 huwt hij met Anna Catharina Senders, dochter van toenmalig burgemeester Jan Senders. Theuwissen wordt tot gemeenteraadslid verkozen in 1903, maar neemt een jaar nadien al ontslag om de functie van gemeentelijk ontvanger op te nemen. Op 26 juni 1918 biedt hij (omwille van gezondheidsredenen?) zijn ontslag aan. Hij overlijdt op 30 augustus 1918, nauwelijks 2 maanden later.

Ordehandhaving
Voor 1914 zijn politiecommissaris Frans Uytendaele en veldwachters Frans Bosmans en Jan Vandenberk verantwoordelijk voor de ordehandhaving. Uytendaele en Vandenberk worden echter gemobiliseerd en verblijven tijdens de oorlog aan het Ijzerfront. Een zware taak rest dus achterblijvend veldwachter Bosmans. Daarom krijgt hij vanaf 1915 de hulp van een tijdelijke veldwachter (Honoré Vanden Neste) en in 1917 wordt hem door het gemeentebestuur een extra vergoeding toegekend.
