Maria Elisabeth Bleys reist met haar kinderen (Maria en Peterke) een 5-tal weken na Bet Agten naar Swansea. Haar man, Miel Neuteleers, was haar vooraf gegaan. In een brief aan schoonbroer Frans Vanmanshoven in Eindhoven (gedateerd 11 november 1915) vertelt ze hoe ze meer dan een maand onderweg waren. In Breda hadden ze 7 dagen moeten wachten alvorens naar Rotterdam te kunnen vertrekken. Omdat er voorlopig geen boten meer naar Engeland voeren duurde het daarna nog eens 14 dagen voor ze effectief naar Engeland konden vertrekken. Na 13 uren boot (zonder ziek te worden!) en 2 uren spoor arriveerden ze uiteindelijk in Londen. Hier moesten ze andermaal 16 dagen wachten op een trein die haar en de kinders uiteindelijk tot Swansea zou brengen.
Verder schrijft ze dat Miel, haar man, in de zinkfabriek van Swansea wel 10 frank per dag verdient, een loon waarmee ze gemakkelijk rond kunnen komen, ja zelfs een beetje sparen. Er zijn in Swansea trouwens veel Belgen, die volop plezier onder mekaar hebben en allemaal aan de zinkovens werken. Maar ‘geen goed werk voor u, Frans, dus blijf maar ginder in Eindhoven’, bedenkt ze.
Ook geeft Maria Elisabeth haar onverbloemde mening over ‘sommige Belgische meisjes’ (ze bedoelt degenen die omgang hebben met Duitsers), terwijl zoveel jongens hun bloed vergieten aan het front. ‘Ze moesten ze later ophangen’.
In latere brieven vermeldt ze nog frontsoldaat Jef Van Brabant, die kennis heeft met haar zus Katrien Bleys, te verwachten. Jef is de zoon van de brugwachter van de Barrier. Eind 1916 komt Jef inderdaad op bezoek bij de Neuteleers in Swansea. Hij vertelt: ‘Ze zitten daar prachtig en hebben niets tekort. Ze zien er allemaal evengoed uit!’ In 1917 krijgt Jef elke 4 maanden 14 dagen verlof en trekt hij telkens de plas over naar Engeland om bij Miel Neuteleers te logeren. Hij zegt er als een zoon te worden ontvangen en hoe zalig het is om de oorlog eens volledig te kunnen vergeten.
Uit alle briefwisseling blijkt dat de Belgische families in Swansea goede aard hebben, dat het er ‘veel beter is van eten en drinken’ dan in het bezette thuisland en ze bovendien nog wat konden sparen ook. Maar niettemin is er bij elke jaarwisseling toch de verzuchting om het komende jaar weer Nieuwjaar te kunnen vieren op de Barrier.
Eén man zou na de oorlog echter niet meer naar de Barrier terugkeren: Miel Neuteleers, echtgenoot van Maria Elisabeth Bleys, sterft nog voor het einde van de oorlog en wordt begraven op het kerkhof te Danygraig, nabij Swansea.
Een jaar later (op 15 juli 1918) hertrouwt Maria Elisabeth in Swansea met Lommelaar Peter Jacobus Clemens. Samen keren ze na de oorlog terug naar Lommel.

