Frans Gerards

Frans Gerards werd geboren in Kattenbos op 22 augustus 1894.

Als soldaat milicien diende hij tijdens WOI bij het 5de  Linieregiment, 1ste Bataljon, 1ste Compagnie.

Hij ontving in de loop van de oorlog 7 frontstrepen en 1 kwetsuurstreep.

Op 20 februari 1917 raakte Frans gekwetst. Terwijl hij aan het front de wacht hield, doorboorde een kogel zijn rechterpols.

Later vertelde hij zijn kinderen ook meermaals hoe hij met Kerstmis ongewapend naar de Duitse loopgrachten liep en daar enkele mannen de hand drukte, om vervolgens weer rustig terug te wandelen.

Frans Gerards  (staande - 2de van links)
Frans Gerards (staande 2de van links)

Haverleveringen: Een grote Duitse zorg

Dat de levering van haver voor de Duitsers een prioriteit was,  bleek al bij het begin van de Eerste Wereldoorlog. Het eerste dat werd opgeëist, was immers haver voor de paarden.

Ingevolge een verordening van de Gouverneur-Generaal te Brussel werd een meldingsplicht opgelegd van alle hoeveelheden haver groter dan 300 kilogram, evenals het aantal paarden per eigenaar. Hiertoe werd in elke gemeente een commissie opgericht, bestaande uit de burgemeester, een schepen-voorzitter en twee overige door de burgemeester aangestelde leden. ‘Deze zullen zich samen tot de haver- en paardenbezitters wenden en een vragenlijst beantwoorden, … . De haver moet in een droge en luchtige ruimte bewaard worden en van de beste kwaliteit zijn. Ze zal in zakken van 50 kg geleverd worden aan het station tegen contante betaling van 33 fr per 100 kilo en de zakken tegen 1,25 fr per stuk.’

Toen de opname van de havervoorraad niet het verhoopte resultaat opleverde, gaf het Duitse bestuur opdracht meedogenloos op te treden en huiszoekingen te doen naar verborgen haver, daar waar men valse opgaven vermoedde.

Alle kommissieleden werden verantwoordelijk gesteld voor een goede opname. Kwamen er in de gemeente meerdere gevallen voor van valse aangiften dan werd de ganse gemeente gestraft.

paard en kar

Hoewel de  opeisingen in hoofdzaak bestemd waren voor het Duitse leger zelf, kon ook de Belgische bevolking haver kopen van de Duitsers. Er werd hierbij een maximumrantsoen van 1,5 kilogram per paard per dag gehanteerd. Landbouwers die bv. populieren vervoerden, konden – mits een speciale toelating – een rantsoenverhoging krijgen.

 

Flamenpolitik

Duitsland gebruikte  tijdens de Eerste Wereldoorlog  het verdeel-en-heersprincipe. Het wilde door het doelbewust uitlokken van onenigheid de eigen positie verstevigen. Binnen deze  strategie paste in ons land de zogeheten ‘Flamenpolitik’ (Vlamingenbeleid), een charme-offensief dat tot doel had de Vlaamse bevolking voor zich te winnen door de Franstalige invloed terug te dringen. Zo  richtte de Duitse bezetter in 1916 een eerste Nederlandstalige universiteit op in Gent en federaliseerde hij in 1917 de Belgische instellingen.

Eveneens werden alle  Vlaamse gemeenten verplicht om Nederlandstalige namen te gebruiken, waarbij ook in onze gemeente de borden met Franstalig opschrift geleidelijk verdwenen. Bij brug 12, Brug 9 en in de Kolonie werden bv. alle borden met vermelding ‘Douane Belge’ door de Duitsers verwijderd of witgekalkt.

flamenpolitik