Paulus Lambertus De Graaf

Paulus Lambertus De Graaf wordt geboren in Lommel-Kolonie op 10 december 1890. Hij is de zoon van Nederlander Lambertus De Graaf en de Neerpeltse Maria Aldegonda Van Baelen. Na de vroegtijdige dood van haar eerste man, hertrouwt Maria in 1912 met Jan Martinus Brouwers. Het gezin telt op dat moment niet minder dan 10 kinderen.

Paul volbrengt zijn dienstplicht in 1910. Enige tijd later vertrekt hij naar Stekene, waar hij aan de slag gaat als tolbeambte. Met zijn loon ondersteunt hij als oudste zoon het kroostrijke gezin van zijn moeder.

Bij het begin van de oorlog in augustus 1914, wordt Paul, net als zovele anderen, opgeroepen om het Belgische leger te versterken. Hij dient bij het 2de Linieregiment, 1e Bataljon, 4e Compagnie.

Uit de karige informatie waarover we verder beschikken blijkt dat Paul ergens in het daaropvolgende jaar zwaar gewond raakt (waarschijnlijk in Oud-Stuivekenskerke ten noorden van Diksmuide). Hij overlijdt uiteindelijk op 29 juli 1915 in het militair hospitaal van Cabour (Adinkerke) en wordt een dag later begraven in Adinkerke.

Mogelijks werd Paul al verwond tijdens de Ijzerslag, toen Oud-Stuivekenskerke op 25 oktober 1914 een zware Duitse aanval wist af te slaan. Of werd hij misschien het slachtoffer van een bombardement op de loopgraven aan het Front? Wie zal het nu nog zeggen …

Om de Duitse opmars te stuiten werd de Ijzervlakte in de nacht van 30 op 31 oktober onder water gezet. De volgende vier jaar blijft het ondergelopen Stuivekenskerke verdeeld in een noordelijke deel met Duitse posten, en Oud-Stuivekenskerke met Belgische voorposten.
Om de Duitse opmars te stuiten wordt de Ijzervlakte in de nacht van 30 op 31 oktober onder water gezet. De volgende vier jaar blijft het ondergelopen Stuivekenskerke verdeeld in een noordelijke deel met Duitse posten, en Oud-Stuivekenskerke met Belgische voorposten.

oud-stuivekenskerke2

De draad veroorzaakt een boerenprobleem

Met de aanleg van de elektrische draadversperring en de vastlegging van een grenszone tussen het kanaal en de Nederlandse grens was er een boerenprobleem ontstaan. Omwille van de grensversperring kwam de uitbating van sommige landbouwpercelen immers in gedrang.

Het stadsarchief maakt bv. melding van een perceel rogge, 60 à 70 are groot, dat toebehoorde aan Edmond Van Hulle en gelegen was aan de Nederlandse grens op de Kleine Barrier. Door de aanleg van de draad werd het van België afgesneden. Edmond kon de rogge niet meer zelf oogsten en het graan diende bijgevolg aan Nederlandse boeren verkocht te worden. Landbouwers Jan Van Och en Frans Michiels, die op de Kleine Barrier in Bergeijk woonden, waren geïnteresseerde kopers. Aan de burgemeester van Bergeijk werd gevraagd hierin te willen bemiddelen.

grensversperring
Draadversperring opgetrokken tussen akker en boomgaard (Boter bij de vis – Landbouw, voeding en eerste wereldoorlog – www.boterbijdeviswo1.be)

Octave Cours

Octave Cours wordt op 21 januari 1891 geboren te Wetteren.

Tijdens WO I is hij soldaat bij het 4e Jagers te voet, 1e Bataljon, 4e Compagnie. Net als de karabiniers bestaan de jagers te voet uit lichte troepen met als hoofdtaak de verkenning.

Na de oorlog vestigt Octave zich als landbouwer in de Lommelse Bakkerijstraat (thans Rode Kruisstraat) en huwt in 1925 met Albertina Verbist, weduwe van Hendrik Jansen. Hendrik sneuvelde tijdens de eerste oorlogsmaanden in Blaasveld. Zijn verhaal kon je eerder al lezen op deze blog.

jagers te voet
uniform van de jagers te voet