Frans Clemens

Frans Clemens wordt geboren in Lommel op 17 april 1887. Zijn ouders zijn Frans Clemens en Joanna Dirikx.

Op 6 januari 1911 huwt hij met Maria Philomena Brans. Nog voor de oorlog krijgen ze 3 kinderen: Anna Gertrudis, Maria Hendrika en Frans Jacob.

Tijdens WO I dient Frans als pontonnier bij de Genie.
Na de oorlog keert hij terug naar zijn gezin in Lommel en vestigt zich opnieuw als schrijnwerker in de Stationsstraat.

inundatie
Na de val van Antwerpen en de terugtocht van het veldleger naar de IJzer is het de genie die de IJzervlakte onder water zet. Hierdoor kan het Belgische leger, aan het einde van zijn krachten, de Slag van de IJzer in oktober 1914 alsnog winnen.
pontonniers2
Pontonniers aan het werk bij de aanleg van een brug

Het religieuze leven

In de periode van de Eerste Wereldoorlog telt Lommel vier kerkgebouwen: Centrum, Kolonie, Kerkhoven en Werkplaatsen.

In Lommel-Centrum overlijdt de graag geziene pastoor Jan Vincent Claykens op 30 november 1914, net nadat hij zijn levensdroom (de bouw en de inrichting van een nieuwe kerk) had volbracht. Hij wordt er vervangen door Gerard Jonckers uit Wijchmaal. Jonckers blijkt een ietwat eingenaardig figuur, die zeker niet door alle parochianen even fel wordt geapprecieerd.

jonckers
Gerardus Jonckers – Pastoor te Lommel van 1915 tot 1921

In Lommel-Kolonie is de sociaal voelende Eduard Van Lil  pastoor (van 1896 tot 1923) en de geestelijke verantwoordelijke voor  de parochie Kerkhoven is de uit  Rotterdam afkomstige Willem Vander Velden.

vander velden
Willem Karel Vander Velden – Pastoor te Kerkhoven van 1911 tot 1936

Lommel-Werkplaatsen heeft sinds 1912 wel al een gloednieuw kerkgebouw, maar is dan nog geen onafhankelijke parochie. Kerkbedienaar is er de Postelse witheer Frederik Karel Coopmans (van 1907 tot 1925).

Uit parochieverslagen van Lommel-Centrum en Lommel-Kolonie blijkt dat de kerkelijke diensten onder de bezetting normaal blijven doorgaan. Processies zijn weliswaar verboden, maar men heeft wel de toestemming om individueel op bedevaart te gaan naar Scherpenheuvel. Het voorlezen van de bisschoppelijke brieven en de sermoenen tijdens de kerkdiensten worden eveneens toegelaten. De parochianen die de missen bijwonen, zijn trouwens talrijker dan voor de oorlog.

De openbare zedelijkheid, waarover de pastoors nauwlettend waken, blijkt daarentegen te verslechteren door de aanwezigheid van de Duitse soldaten. Op de parochie Kolonie zijn er zo 2 vrouwen die zich ‘slecht gedragen’. Eén ervan sterft echter kort nadien, maar niet zonder zich eerst ‘met God verzoend te hebben’.

Een aantal van deze Duitse bezetters zijn overigens trouwe kerkgangers. De katholieke militairen volgen aldus gedurende de eerste 3 maanden van de oorlog de misvieringen in de parochiekerk van het Centrum bij en daarna in de kloosterkappel (van de zusters in de Kloosterstraat). De Duitse protestanten wonen de erediensten bij in een danszaal. In Lommel-Kolonie wordt om de 3 weken een kerkdienst verzorgd door een Duits aalmoezenier, een pater Franciscaan uit het klooster Vlodorp.

Peter Andries en Theodoor Gerard Caris

Beide broers worden in Neerpelt geboren. Het gezin verhuist daarna echter naar Lommel Werkplaatsen, waar vader, Peter Hubert Caris, werk vindt bij de Lommelse zinkfabriek.

Peter Andries wordt geboren op 29 oktober 1892. Hij bekomt initieel één jaar dienstuitstel omwille van zijn studies aan St.-Victor in Turnhout. Later neemt hij dienst als sergeant oorlogsvrijwilliger bij het 12e Linieregiment, 2e Bataljon, 5e Compagnie.

Theodoor Gerard is fabrieksbediende en neemt net als zijn broer deel aan de oorlog als sergeant oorlogsvrijwilliger bij het 12e Linie, 1e Bataljon, 1e Compagnie.
Enkele jaren na de oorlog huwt hij de Lommelse Dorothea Lucia Verkammen.

Hun oudere broer Jan Hubert wordt als kloosterling-broeder van alle militaire verplichtingen vrijgesteld.

twaalfde linie
Groep Belgische infanteristen van het 12e Linieregiment. De mannen met een omgekeerde ‘V’ op de mouwen zijn sergeanten.

 

 

Harmonie ‘Hoop in de toekomst’

De Duitse verordening van 16 januari 1915 inzake ‘Vergaderingen en politieke verenigingen’ legt het Lommelse verenigingsleven tijdens WOI zo goed als stil. Vergaderingen, openbare en private, dienen door de maatregel 5 dagen vooraf aangevraagd te worden, met vermelding van doel, dag en plaats. Vergaderingen in openlucht zijn verboden, evenals politieke bijeenkomsten, zelfs in gesloten ruimte. Overtredingen op de verordening worden streng bestraft met opsluiting tot 1 jaar of een boete van 5000 fr.

Ook de Lommelse Harmonie ‘Hoop in de Toekomst’ (opgericht in 1901) zwijgt tijdens WOI in alle toonaarden. Vlak voor het begin van de oorlog had in Lommel nog een grote internationale muziekwedstrijd voor harmonieën en fanfares plaatsgevonden. Op 21 juni 1914 namen niet minder dan 13 maatschappijen uit Vlaanderen en Nederland deel aan dit grootse feest. De oude kiosk en het dorpsplein waren netjes opgesmukt geweest en aan alle huizen had nog de nationale driekleur gewapperd.

Sindsdien lagen de muzikale activiteiten echter stil en werden alle koperen instrumenten angstvallig verborgen gehouden uit vrees voor de koperopeising. Ze zouden pas weer tevoorschijn komen bij de wapenstilstand in 1918.

harmonie
Leden van harmonie ‘Hoop in de toekomst’ op het kerkplein ter gelegenheid van de plechtige eremis van E.H. Van Leemput in 1913