Oktober 1914

  • Begin oktober is de Belgische verdediging in de haven van Antwerpen aan het einde van haar krachten.  Het Belgische leger krijgt het bevel tot evacuatie en trekt zich uiteindelijk terug tot achter de Ijzer.  Antwerpen geeft zich over op 10 oktober.
  • Tussen 18 en 31 oktober 1914 vindt de slag om de IJzer plaats tussen aan de ene zijde de Franse, Engelse en Belgische troepen en aan de andere zijde het Duitse leger.  De Duitsers willen de rivier oversteken om zo tot Duinkerke door te kunnen dringen. Omdat het steeds moeilijker wordt om weerstand te bieden tegen de Duitsers wordt besloten om de Ijzervlakte onder water te zetten.  Op 29 oktober worden de sluispoorten te Nieuwpoort geopend en het zeewater verspreidt zich langs sloten en grachten over de polder, tot het volledige gebied verandert in een ontoegankelijke watervlakte.

Het front zoals het begin november 1914 afgebakend wordt, zal ondanks de honderdduizenden slachtoffers die de Britse uitvalspogingen in 1917 kosten, op enkele kilometers na, tot september 1918 ongewijzigd blijven.

ijzer

 

Jules Alexander Eugeen Moubax

Jules Alexander Eugeen Moubax wordt in februari 1892 geboren te Lanaken.  Hij is de zoon van Jan Leonard Moubax en Maria Rosalia Lemmens en tevens de broer van oudstrijder Mathieu Hubert Jozef Moubax.

Als tolbeambte werkt Jules Alexander Eugeen op de Grote Barrier in Lommel.

In 1910 wordt hij sergeant beroepsvrijwilliger bij het 11e linieregiment, 3e bataljon, 1e compagnie.  Gedurende de eerste maanden van de oorlog is hij alzo betrokken in de strijd vanaf Luik tot aan de Ijzer, waar de Belgische troepen vanaf 14 oktober gelegerd zijn.  Het 11e en het 12e linieregiment, samen met de Franse mariniers en 2 groepen artillerie van de 3e divisie liggen achter Diksmuide en vormen voor deze stad een bruggenhoofd.

De Duitsers beogen Diksmuide in te nemen om zo de Belgische en Franse troepen in de rug aan te kunnen vallen.

Vanaf 18 oktober ligt de streek in en om Diksmuide zwaar onder vuur.   Op 22 oktober zijn de gevechten opnieuw ongemeen hard, nadat de Duitsers bij Tervate de IJzer hebben kunnen oversteken.   In het tegenoffensief sneuvelt die dag, samen met zovele anderen, Jules Alexander Eugeen Moubax.

De druk van de Duitsers op het Belgische leger wordt intussen zo groot, dat voorbereidingen worden getroffen om de Ijzervlakte te overstromen.  Een ingreep die de strijd aan het westfront in een 4 jaar durende impasse zal veranderen.

Tervate aan de Ijzer - Oktober 1914
Tervate aan de Ijzer – Oktober 1914

Peter Joannes Vandenberk

Peter Joannes Vandenberk wordt geboren op 30 december 1893.  Hij is de zoon van Peter Jacobus Vandenberk en Theresia Jansen.  Het gezin telt 7 kinderen, waarvan Peter Joannes het oudste is.

In september 1913 trouwt hij met Maria Elisabeth Heeren uit Mol.  Een luttele 7 maanden later bevalt Maria Elisabeth van hun enige zoon, Peter Jacobus Henricus.

Peter Joannes volbrengt zijn dienstplicht in 1913 bij het 10e linieregiment, 2e bataljon, 3e compagnie.

Net als dorps- en lotgenoot Antoon Loots neemt hij in augustus deel aan de verdediging van de vesting Namen.  Vervolgens is hij in september betrokken in de strijd om Antwerpen en Dendermonde.  De eerste gevechten in de Slag om de Ijzer worden hem echter fataal.  Hij sneuvelt op 19 oktober 1914, in het bloedige treffen te Keiem, waar ook Julius Cuyvers het leven laat.

peter joannes vandenberk

Julius Cuyvers

Julius Cuyvers wordt geboren in Oostham op 4 augustus 1888.  Hij is één van de negen kinderen van Jan Frans Cuyvers en Regina Angelina Boonen.  In 1903 verhuist het gezin naar de Karrestraat in Lommel.

Op 7 juli 1913 trouwt Julius met Maria Elisabeth Hoeckx.  Hun enige kind, Maria Catharina Elisabeth, wordt geboren op 20 april 1914.

Julius Cuyvers is soldaat oorlogsvrijwilliger bij het 8e linieregiment, 1e bataljon, 4e compagnie dat bij de mobilisatie gelegerd is in Brussel.  Met zijn regiment neemt hij o.a. deel aan de gevechten in Dendermonde (waar het Duitse leger zich een weg over de Schelde wil banen en dat door de vijandige bombardementen in september 1914 vrijwel totaal wordt verwoest).

Wanneer Antwerpen op 10 oktober definitief in Duitse handen valt, verzamelt het gros van het Belgische leger zich achter het kanaal Gent-Terneuzen.  Koning Albert I staat voor een zware strategische beslissing.  Het Belgische leger moet worden hergroepeerd en de uitgeputte eenheden hebben nood aan rust.  Uiteindelijk wordt beslist om het uitgedunde Belgische leger, samen met troepen uit Frankrijk en Engeland, stelling te laten nemen achter de Ijzer.  Afgepeigerd graven ze zich in in spoedloopgraven met de hoop om snel naar huis te kunnen terugkeren.

Op 18 oktober begint aldus de Slag om de IJzer.  Ook Julius Cuyvers is die dag present.  De 4e legerdivisie, waartoe ook het 8e linieregiment behoort, krijgt een sector aan de Ijzer toegewezen, met vooruitgeschoven posten te Keiem en te Beerst.  De voorpost in Keiem wordt al snel onder de voeten gelopen door de oprukkende Duitsers.  Tijdens deze gevechten wordt Julius Cuyvers dodelijk getroffen.  Hij overlijdt in de nacht van 18 op 19 oktober in een ambulancepost te Keiem.

Voorpost te Keiem
Observatiepost in Keiem

Vlucht uit België

De Duitse strategie, gedetailleerd omschreven in het von Schlieffenplan, voorziet een snelle doortocht van het Belgische grondgebied en Noord-Frankrijk.  De Duitse legerstaf acht slechts 40 dagen noodzakelijk om Parijs te bezetten.  Het Russische leger zou circa een maand nodig hebben om te mobiliseren en als de verovering van Frankrijk langer dan de vooropgestelde veertig dagen duurde, zouden de Duitsers op twee fronten moeten strijden.
Maar de doortocht van België kost meer moeite dan voorzien en het verzet van het ‘brave little Belgium’ irriteert de Duitsers mateloos.  De represailles zijn hard en de bevolking incasseert: executies, verkrachtingen, brandstichting, … de lijst met wreedheden is lang.

Door de angst voor het toenemende geweld verlaten talloze burgers have en goed en vluchten niet minder dan anderhalf miljoen Belgen naar het Buitenland.  De meesten van hen zoeken asiel in Nederland, Frankrijk of Engeland.

Zo wordt het neutrale Nederland de eerste weken van oktober 1914, na de val van Antwerpen, overrompeld: naar schatting een miljoen Belgen trekt over de grens.  Diegenen die niet in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, worden door de Nederlandse regering in tenten- of barakkenkampen ondergebracht.  Het grootste deel van de burgervluchtelingen keert voor het einde van het jaar weer terug naar België, slechts een 80 000 Belgen blijven in Nederland tot het einde van de oorlog.  Velen van hen werken er bij boeren, in fabrieken of mijnen.

Ook uit Lommel zijn tientallen vluchtelingen gekend.  De meesten van hen verblijven tijdens de oorlog in de Nederlandse grensgemeenten (van waaruit ze vaak het Belgische verzet steunen) of het Engelse Swansea (waar verschillende vluchtelingen in de zinknijverheid worden tewerkgesteld).

Belgische vluchtelingen in Nederland
Belgische vluchtelingen in Nederland

Gerard Damiaan Fiten

Gerard Damiaan Fiten wordt geboren op 2 april 1891.  Hij is het eerste kind van Louis Fiten en Maria Moors.  In 1906 verhuist het gezin Fiten van Leopoldsburg naar Lommel-Werkplaatsen, waar Gerard Damiaan werk vindt als schrijnwerker.  Met zijn loon steunt hij zijn familie, ondertussen 9 kinderen rijk.

In 1911 doet Gerard Damiaan zijn legerplicht bij het 11e linieregiment in Hasselt (zie ook Hendrik Jansen).  Begin augustus 1914 wordt ook hij gemobiliseerd.

Net als Hendrik Jansen neemt hij met zijn regiment deel aan de gevechten in Blaasveld bij Willebroek, waar hij sneuvelt op 30 september.

September 1914

  • In Leopoldsburg en omgeving rommelt het.  Op 4 september komen er verschillende inwoners van Heppen in Lommel toe, op de vlucht voor de Duitse dreiging.  ’s Anderdaags vallen er bommen op  het Kamp van Beverlo.
  • 9 tot 13 september: Koning Albert lanceert buiten Antwerpen een tweede uitval op de Duitse strijdkrachten.  De Belgische aanvallen verontrusten de Duitse legerleiding dermate dat Wilhelm II de onmiddellijke verovering van de haven beveelt.
  • 22 september: De Britten lanceren hun eerste luchtaanval op Duitsland.  Vier Royal Navy Air Service Tabloids droppen bommen op zeppelininstallaties bij Keulen en Düsseldorf.
  • Diezelfde 22 september stort een Engels vliegtuig neer nabij het zinkfabriek op Lommel-Werkplaatsen.
  • Op 27 september wordt in Eksel de Duitse huzaar Bohnen neergeschoten door troepen van generaal Deschepper.  Als weerwraak worden 27 boerderijen in het gehucht Eksel-Locht door de Duitsers platgebrand.  Uit angst om deze en andere oorlogsgruwel ontvluchten vele Lommelaars gedurende 4 à 5 dagen hun gemeente.
  • 28 september: De Duitsers vallen de Antwerpse stelling aan.  Omdat al snel duidelijk wordt dat de Antwerpse vesting niet is opgewassen tegen het zware Duitse geschut, wordt de terugtrekking van het Belgische leger in westelijke richting voorbereid.

Hendrik Jansen

Hendrik Jansen wordt geboren op 24 juni 1892 als oudste van de zeven kinderen van Ludovicus Jansen en Maria Helena Flemings.

In 1912 vervult Hendrik zijn dienstplicht bij het 11e linieregiment in Hasselt, dat samen met het 9e (Brussel) en het 12e (Luik) tot de 3e legerdivisie behoort (ook wel lovend de ‘ijzeren’ divisie genoemd).

Kort voor de ‘groote oorlog’, op 21 april 1914, trouwt hij met de Balense Albertina Verbist.

Als soldaat van de 3e legerdivisie is hij vanaf het begin van de mobilisatie in de voorste linie betrokken bij de verdediging van Luik en neemt hij deel aan de ‘uitvallen’ van Antwerpen (zie ook Simon Petrus Mannaerts).

Om te voorkomen dat de Britten gebruik gaan maken van de Antwerpse haven én om een eind te maken aan de storende uitvallen op hun flanken beslissen de Duitsers de vesting Antwerpen niet langer ongemoeid te laten.  De Duitse belegeringsartillerie wordt naar Antwerpen gestuurd en op 28 september 1914 start aldus het ‘beleg van Antwerpen’.

Een dag later vallen de Duitsers de vierde sector van de Antwerpse stelling aan, welke zich uitstrekt van Walem tot de Schelde.  Er volgt o.m. een zware aanslag op het bruggenhoofd van Blaasveld (bij Willebroek).

Tijdens de gevechten in Blaasveld, 29 september 1914, sneuvelt ook Hendrik Jansen.  Zijn enige kind, Henricus Ludovicus, wordt enkele maanden na Hendriks dood geboren.  Hij heeft zijn vader nooit gekend.