Slag der Zilveren Helmen

Op 12 augustus boekten Belgische soldaten o.l.v. generaal De Witte in Halen een overwinning op de overmoedige Duitse cavalerie. Dat je het in 1914 met een blanke sabel nog kon winnen van vuurwapens… het was niet het meest briljante idee van generaal von der Marwitz.

De Duitse opmars werd hierdoor heel even gestopt, maar het Belgische leger moest zich toch terugtrekken in en rond Antwerpen.

In Lommel had men een week na het begin van de oorlog nog steeds geen Duitse soldaten gezien. Men luisterde bang naar de vreselijke verhalen over de gruweldaden van de Duitsers en men wachtte angstig af.

Je moet bij gelegenheid zeker eens het Museum Slag der Zilveren Helmen, Rotemstraat 14 in Halen, gaan bezoeken. Het museum is van 1 mei t.e.m. 30 november van dinsdag t.e.m. zondag van 14u tot 17u geopend.

Joseph Adam

Joseph Stéphane Guillaume Adam werd in Lommel geboren op 24 januari 1894 in het gezin van stationschef Célistin Pierre Adam en Josephina Fransen.

Hij maakte de wereldoorlog mee als soldaat 2de klas bij de ‘Service de T.S.F.’ (Télégraphie Sans Fil).

Na de oorlog huwde hij in Leopoldsburg met Maria Anna Hubertina Even. Enkele jaren later verhuisde het koppel naar Antwerpen.

Pieter Linsen

Pieter (Peter Jan) Linsen werd in Lommel geboren op 5 maart 1883. Hij was de oudste van de vijf kinderen van de echtgenoten Jan Baptist Linsen en Theresia Gerits. Op zesentwintigjarige leeftijd huwde Pieter met Catharina Mannaerts. Ze kregen drie kinderen. Pieter was een arbeider en het gezin woonde op de Heide.

Als loteling hoorde Pieter bij de lichting van 1903. Deze lichting werd op 31 juli 1914 gemobiliseerd. Hij maakte deel uit van het 14de linieregiment dat Luik moest verdedigen als onderdeel van het Vestingsleger. Luik met zijn fortengordel was het eerste grote doelwit van het Duitse leger na de inval op 4 augustus. Er werd dagenlang zwaar slag geleverd. Pieter sneuvelde op 5 of 6 augustus te Ougrée. Hij ligt begraven op de militaire begraafplaats van Ougrée.

Pas in februari 1915 werd aan de familie meegedeeld dat Pieter gesneuveld was. Op 23 februari woonden zeer veel mensen zijn lijkdienst bij in de parochiekerk van Lommel. De weduwe Verkammen-Verrijken schreef aan haar zoon Henri die op dat ogenblik aan het Ijzerfront lag: “het doodsbeeldje was hartontroerend opgesteld en menige traan werd gestort“.

bidprentje Pieter Linsen

Naar Nederland

Emiel Goyvaerts, directeur van de coöperatieve bakkerij ‘De Spaarzaamheid’, gevestigd in de huidige Rode Kruisstraat, was duidelijk niet gerust in de situatie en hij bracht alle paarden en karren van de bakkerij over naar Nederland, dat blijkbaar zijn neutraliteit wel kon behouden. Later zou hij er zich inzetten voor de Belgische vluchtelingen.

Enkele jaren geleden stond de schouw van de bakkerij er nog.
Enkele jaren geleden stond de schouw van de bakkerij er nog.

Scholen dicht

Kinderen naar school sturen tijdens het roerige en angstige begin van de oorlog… het leek niet erg verstandig. Op 5 augustus besloot hoofdonderwijzer Smeulders dan ook de scholen van Centrum en Lommel-Werkplaatsen voorlopig te sluiten. De onderwijzers die niet opgeroepen waren voor de militaire dienst, moesten zich ter beschikking houden van de gemeentediensten. Vermoedelijk zullen ook de andere Lommelse scholen (Kolonie, Kerkhoven) wel gesloten geweest zijn.

De school van Werkplaatsen net voor het uitbreken van de oorlog. Binnenkort opent er de weggeefwinkel 'Het Gouden Hart'.
De school van Werkplaatsen net voor het uitbreken van de oorlog. Binnenkort opent er de weggeefwinkel ‘Het Gouden Hart’.

Duitse onderdanen moeten vertrekken

De provinciegouverneur liet op 5 augustus met een omzendbrief weten dat Duitse onderdanen uit de gemeente moesten worden verdreven.

De drie Duitse zusters Salvatorianen die op Lommel-Werkplaatsen zorgden voor het kleuter- en het naaionderwijs, vielen onder deze maatregel. Ze verzochten echter uitdrukkelijk om te mogen blijven. In eerste instantie lukte dat blijkbaar, maar op 21 september werden ze toch verplicht om naar Duitsland te vertrekken. Enkele maanden later, in februari 1915, keerden ze echter al terug. Pas na de wapenstilstand op 11 november 1918 zouden ze Lommel definitief verlaten.

De Duitse glasblazers die woonden in ‘Klein Duitsland’ en werkten in de glasblazerij van Stanislas Emsens op Stevensvennen, waren al maanden eerder, lang voor het uitbreken van de oorlog, richting ‘heimat’ getrokken.

Oorlog!

Op 2 augustus vroeg Duitsland aan België een vrije doortocht naar Frankrijk. Indien België die doortocht zou weigeren, dan zou Duitsland België als een vijand beschouwen.

België weigerde vastberaden de doortocht. Een oorlog was nu niet meer te vermijden.

Op de ochtend van 4 augustus 1914 viel Duitsland België binnen te Gemmenich en ter hoogte van Verviers. De forten rond Luik waren het eerste doel van de Duitsers.

Het Belgische leger riep ook de klassen van 1900 en 1899 onder de wapens.

De Lommelse gemeenteraad kwam op 4 augustus in spoedzitting bijeen en nam het besluit om de burgerwacht op te roepen. Maar… ontzet moesten de vroede vaderen vaststellen dat de lijst van de lokale burgerwacht onvindbaar was! Men wist enkel dat brouwer Theodoor Leyssen kapitein-bevelhebber was. Ook in Hasselt, bij de Burgerlijke Revisieraad, was de lijst onvindbaar.

Theodoor Leyssen, brouwer en molenaar (hier centraal in de deuropening), baatte in de Kerkstraat het Hotel Cambrinus uit van 1910 tot na de Eerste Wereldoorlog.
Theodoor Leyssen, brouwer en molenaar (hier centraal in de deuropening), baatte in de Kerkstraat het Hotel Cambrinus uit van 1910 tot na de Eerste Wereldoorlog.

Mobilisatie

Op 24 juli 1914 werden de soldaten van de lichtingen 1910 – 1913 onder de wapens geroepen. Enkele dagen later, op 31 juli om precies te zijn, arriveerde te Lommel het bevel tot algemene mobilisatie. De kerkklokken luidden over de gemeente! De klassen van 1901 tot en met 1909 werden opgeroepen.

Terwijl de Lommelse soldaten op 1 augustus naar hun diverse regimenten vertrokken, kwamen in de gemeente 175 Belgische militairen (cyclisten) toe.