Categoriearchief: Gesneuvelden

Dominicus De Graaf

Dominicus De Graaf wordt geboren op 9 februari 1895. Hij is één van de 10 kinderen van Lambertus De Graaf en Maria Aldegonde Van Baelen, een landbouwersgezin te Lommel-Kolonie.

Als oorlogsvrijwilliger neemt Dominicus dienst bij de Carabiniers-Cyclisten. Hij overlijdt op 16 februari 1916 in een ambulance, sector Diksmuide, nadat hij door een Duitse kogel in zijn hart is geraakt. Dominicus vindt zijn laatste rustplaats in Adinkerke, waar ook zijn broer Paulus Lambertus, werd begraven.

Belgische Carabiniers-Cyclisten

De Carabiniers-Cyclisten worden omwille van hun donkere uniform, hun snelle aanval en geluidloze aftocht in de nacht, door de Duitsers al snel de ‘Zwarte Duivels’ genoemd. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog leveren ze een belangrijke bijdrage aan de Slag der Zilveren Helmen bij Halen, waar ze de Duitse cavalerie weten terug te dringen.

Tijdens de terugtocht naar de Ijzer doen de Carabiniers-Cyclisten, omwille van hun beweeglijkheid, dienst als achterwacht en kunnen zo de vijandelijke achtervolging vertragen. In de stabilisatieperiode aan de Ijzer werken ze samen met de Infanterie om de wachtdiensten in de loopgraven te verzekeren.

Eduard Bruyninkx

Eduard Bruyninkx wordt geboren op 6 april 1886 in Diest. Als commies bij de belastingen verhuist hij in september 1913 naar Lommel.

Tijdens de oorlog is Eduard korporaal bij het 14e Linieregiment, 3e Bataljon, 1e Compagnie. In deze hoedanigheid is hij o.a. betrokken bij de slag om Luik en de belegering van Antwerpen.

Op 6 februari 1916 overlijdt Eduard Bruyninckx in een interneringskamp te Utrecht. Zijn overlijdensakte vermeldt: ‘Stierf voor België’.

Op 10 oktober 1914 valt de vestingstad Antwerpen en behalve zo’n 1.000.000 burgers vluchten ook ruim 40.000 Belgische soldaten naar het neutrale Nederland. Sommigen onder hen zien kans om via Nederland naar Engeland te ontkomen en weer dienst te nemen aan het front. Om zijn neutraliteit te bewaren, wil Nederland dit echter voorkomen en zo gebeurt het dat tienduizenden Belgische militairen, waaronder ook Eduard Bruyninckx, in Nederlandse interneringskampen terecht komen.

Belgische militairen in een Nederlands interneringskamp (bron: Geschiedenislokaal Utrecht)

Ludovicus Franciscus Onghena

Ludovicus Franciscus Onghena wordt in 1882 geboren te Gent. In 1911 komt hij naar Limburg, om er als arbeider in Lommel-Fabriek aan de slag te gaan.

Tijdens Wereldoorlog I is Ludovicus soldaat bij het 1e Regiment Grenadiers. Wellicht omwille van zijn hogere leeftijd (hij is in 1915 33 jaar oud) wordt hij tewerkgesteld in de Belgische munitiefabriek te Graville, een zogezegd ‘veilige job’.

Op 11 december 1915 is Ludovicus als één van de 130 arbeiders in de fabriek aan het werk, wanneer om 9u40 de meer dan 300 ton aanwezige explosieven de lucht ingaan. De explosie is zo hevig dat men de aarde 90 km verder voelt trillen. Alle aanwezigen in de fabriek komen hierbij om het leven. Omdat de meeste lichamen zo verminkt zijn dat ze onmogelijk geïdentificeerd kunnen worden, worden ze tezamen in een massagraf geborgen. De begrafenis vindt plaats op 14 december 1915 in Le Havre.

De overlijdensakte van Ludovicus Franciscus Onghena vermeldt eervol ‘Gestorven voor België’. De precieze oorzaak van de ontploffing blijft tot op de dag van vandaag onbekend.

Plechtigheid in Le Havre voor de slachtoffers van de ramp (Archives Municipales du Havre)
Plechtigheid in Le Havre voor de slachtoffers van de ramp (Archives Municipales du Havre)

Egidius Jozef Slegers

Egidius Jozef Slegers wordt als jongste van 11 kinderen geboren op 9 augustus 1893. Hij groeit op in het gehucht de Heide, waar zijn ouders, Egidius Slegers en Catharina Vandeven, landbouwer zijn.

Na zijn scholing neemt Egidius de functie aan van onderwijzer bij de Aangenomen Jongensschool in Lommel-Centrum. Zijn broer Jef, eveneens onderwijzer, is de latere directeur van deze school.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog is Egidius brancardier bij de 4° Jagers te voet. Op 15 augustus sneuvelt hij tijdens zijn dienst aan het front. Hij komt om door verdrinking te Lo (tussen Nieuwkapelle en Hoogstade aan het kanaal Ijzer-Veurne) en vindt zijn laatste rustplaats op de militaire begraafplaats in Adinkerke.

In een dagboekfragment enkele maanden voor zijn dood schrijft hij: ‘Ik zit aan de ingang van de tranchées op de 2de Linie der voorposten. Rondom mij, op een 5 meter afstand, komen allerlei vogeltjes huppelen en zingen. Droeve oorlogstijd – Mooie natuur – Verwoeste huizen en dorpen – Levendige groei der planten …
Enige minuten later volgt er een vreselijk bombardement: vijf gekwetsten en twee doden.’

Egidius (staande tweede van rechts) en zijn collega-brancardiers
Egidius (staande tweede van rechts) en zijn collega-brancardiers
Een kleine maand geleden nog - exact 100 jaar na zijn dood - werd Egidius Slegers, samen met zovele andere gesneuvelden, herdacht aan het Hei’s Kapelleke in Lommel. Ter ere van Egidius verbouwde de familie Slegers in 1916 het bestaande kapelleke, om er plaats te maken voor maar liefst 100 bezoekers.
Een kleine maand geleden – exact 100 jaar na zijn dood – werd Egidius Slegers, samen met zovele andere gesneuvelden, herdacht aan het Hei’s Kapelleke in Lommel. Ter ere van Egidius verbouwde de familie Slegers in 1916 het bestaande kapelleke, om er plaats te maken voor maar liefst 100 bezoekers.

 

 

Paulus Lambertus De Graaf

Paulus Lambertus De Graaf wordt geboren in Lommel-Kolonie op 10 december 1890. Hij is de zoon van Nederlander Lambertus De Graaf en de Neerpeltse Maria Aldegonda Van Baelen. Na de vroegtijdige dood van haar eerste man, hertrouwt Maria in 1912 met Jan Martinus Brouwers. Het gezin telt op dat moment niet minder dan 10 kinderen.

Paul volbrengt zijn dienstplicht in 1910. Enige tijd later vertrekt hij naar Stekene, waar hij aan de slag gaat als tolbeambte. Met zijn loon ondersteunt hij als oudste zoon het kroostrijke gezin van zijn moeder.

Bij het begin van de oorlog in augustus 1914, wordt Paul, net als zovele anderen, opgeroepen om het Belgische leger te versterken. Hij dient bij het 2de Linieregiment, 1e Bataljon, 4e Compagnie.

Uit de karige informatie waarover we verder beschikken blijkt dat Paul ergens in het daaropvolgende jaar zwaar gewond raakt (waarschijnlijk in Oud-Stuivekenskerke ten noorden van Diksmuide). Hij overlijdt uiteindelijk op 29 juli 1915 in het militair hospitaal van Cabour (Adinkerke) en wordt een dag later begraven in Adinkerke.

Mogelijks werd Paul al verwond tijdens de Ijzerslag, toen Oud-Stuivekenskerke op 25 oktober 1914 een zware Duitse aanval wist af te slaan. Of werd hij misschien het slachtoffer van een bombardement op de loopgraven aan het Front? Wie zal het nu nog zeggen …

Om de Duitse opmars te stuiten werd de Ijzervlakte in de nacht van 30 op 31 oktober onder water gezet. De volgende vier jaar blijft het ondergelopen Stuivekenskerke verdeeld in een noordelijke deel met Duitse posten, en Oud-Stuivekenskerke met Belgische voorposten.
Om de Duitse opmars te stuiten wordt de Ijzervlakte in de nacht van 30 op 31 oktober onder water gezet. De volgende vier jaar blijft het ondergelopen Stuivekenskerke verdeeld in een noordelijke deel met Duitse posten, en Oud-Stuivekenskerke met Belgische voorposten.

oud-stuivekenskerke2

Jozef Hendrickx

Jozef Hendrickx wordt geboren in Antwerpen op 19 september 1891.  Hij is de zoon van Marie Thérèse Hendrickx, zijn vader is echter niet gekend.  Jozef groeit op in Lutlommel, waar hij inwoont bij landbouwer Coenrardus Loomans.

Op 30 augustus 1913 huwt hij met Anna Catharina Gerits.   Zes maanden later wordt hun enige zoon, Peter Ludovicus, geboren.
Het gezin heeft het niet breed en moet rondkomen met het karige loon dat Jozef als fabrieksarbeider verdient.

In juli 1914 wordt Jozef opgeroepen bij het 12e linieregiment, 1e bataljon, 4e compagnie.  Met zijn regiment neemt hij deel aan de verdediging van Luik, de acties rondom Antwerpen en de slag om Diksmuide.  Tijdens deze bloedige slag (van 16 tot 26 oktober 1914) verliest het regiment een derde van zijn effectieven.  Is het hier dat Jozef Hendrickx zwaar verwond wordt of bij een ander gevecht aan het front?  In elk geval wordt hij ter verzorging opgenomen in het hospitaal La Bucaille in Cherbourg (Noordt-Frankrijk), waar hij op 10 januari 1915 alsnog aan zijn verwondingen overlijdt.

Enige tijd voor zijn dood schreef Henri Verkammen nog aan zijn moeder dat hij Jozef Hendrickx uit Lutlommel achter de IJzer had ontmoet.  Zijn familie was er heel gelukkig om geweest.

dstadh1

Jules Alexander Eugeen Moubax

Jules Alexander Eugeen Moubax wordt in februari 1892 geboren te Lanaken.  Hij is de zoon van Jan Leonard Moubax en Maria Rosalia Lemmens en tevens de broer van oudstrijder Mathieu Hubert Jozef Moubax.

Als tolbeambte werkt Jules Alexander Eugeen op de Grote Barrier in Lommel.

In 1910 wordt hij sergeant beroepsvrijwilliger bij het 11e linieregiment, 3e bataljon, 1e compagnie.  Gedurende de eerste maanden van de oorlog is hij alzo betrokken in de strijd vanaf Luik tot aan de Ijzer, waar de Belgische troepen vanaf 14 oktober gelegerd zijn.  Het 11e en het 12e linieregiment, samen met de Franse mariniers en 2 groepen artillerie van de 3e divisie liggen achter Diksmuide en vormen voor deze stad een bruggenhoofd.

De Duitsers beogen Diksmuide in te nemen om zo de Belgische en Franse troepen in de rug aan te kunnen vallen.

Vanaf 18 oktober ligt de streek in en om Diksmuide zwaar onder vuur.   Op 22 oktober zijn de gevechten opnieuw ongemeen hard, nadat de Duitsers bij Tervate de IJzer hebben kunnen oversteken.   In het tegenoffensief sneuvelt die dag, samen met zovele anderen, Jules Alexander Eugeen Moubax.

De druk van de Duitsers op het Belgische leger wordt intussen zo groot, dat voorbereidingen worden getroffen om de Ijzervlakte te overstromen.  Een ingreep die de strijd aan het westfront in een 4 jaar durende impasse zal veranderen.

Tervate aan de Ijzer - Oktober 1914
Tervate aan de Ijzer – Oktober 1914

Peter Joannes Vandenberk

Peter Joannes Vandenberk wordt geboren op 30 december 1893.  Hij is de zoon van Peter Jacobus Vandenberk en Theresia Jansen.  Het gezin telt 7 kinderen, waarvan Peter Joannes het oudste is.

In september 1913 trouwt hij met Maria Elisabeth Heeren uit Mol.  Een luttele 7 maanden later bevalt Maria Elisabeth van hun enige zoon, Peter Jacobus Henricus.

Peter Joannes volbrengt zijn dienstplicht in 1913 bij het 10e linieregiment, 2e bataljon, 3e compagnie.

Net als dorps- en lotgenoot Antoon Loots neemt hij in augustus deel aan de verdediging van de vesting Namen.  Vervolgens is hij in september betrokken in de strijd om Antwerpen en Dendermonde.  De eerste gevechten in de Slag om de Ijzer worden hem echter fataal.  Hij sneuvelt op 19 oktober 1914, in het bloedige treffen te Keiem, waar ook Julius Cuyvers het leven laat.

peter joannes vandenberk

Julius Cuyvers

Julius Cuyvers wordt geboren in Oostham op 4 augustus 1888.  Hij is één van de negen kinderen van Jan Frans Cuyvers en Regina Angelina Boonen.  In 1903 verhuist het gezin naar de Karrestraat in Lommel.

Op 7 juli 1913 trouwt Julius met Maria Elisabeth Hoeckx.  Hun enige kind, Maria Catharina Elisabeth, wordt geboren op 20 april 1914.

Julius Cuyvers is soldaat oorlogsvrijwilliger bij het 8e linieregiment, 1e bataljon, 4e compagnie dat bij de mobilisatie gelegerd is in Brussel.  Met zijn regiment neemt hij o.a. deel aan de gevechten in Dendermonde (waar het Duitse leger zich een weg over de Schelde wil banen en dat door de vijandige bombardementen in september 1914 vrijwel totaal wordt verwoest).

Wanneer Antwerpen op 10 oktober definitief in Duitse handen valt, verzamelt het gros van het Belgische leger zich achter het kanaal Gent-Terneuzen.  Koning Albert I staat voor een zware strategische beslissing.  Het Belgische leger moet worden hergroepeerd en de uitgeputte eenheden hebben nood aan rust.  Uiteindelijk wordt beslist om het uitgedunde Belgische leger, samen met troepen uit Frankrijk en Engeland, stelling te laten nemen achter de Ijzer.  Afgepeigerd graven ze zich in in spoedloopgraven met de hoop om snel naar huis te kunnen terugkeren.

Op 18 oktober begint aldus de Slag om de IJzer.  Ook Julius Cuyvers is die dag present.  De 4e legerdivisie, waartoe ook het 8e linieregiment behoort, krijgt een sector aan de Ijzer toegewezen, met vooruitgeschoven posten te Keiem en te Beerst.  De voorpost in Keiem wordt al snel onder de voeten gelopen door de oprukkende Duitsers.  Tijdens deze gevechten wordt Julius Cuyvers dodelijk getroffen.  Hij overlijdt in de nacht van 18 op 19 oktober in een ambulancepost te Keiem.

Voorpost te Keiem
Observatiepost in Keiem

Gerard Damiaan Fiten

Gerard Damiaan Fiten wordt geboren op 2 april 1891.  Hij is het eerste kind van Louis Fiten en Maria Moors.  In 1906 verhuist het gezin Fiten van Leopoldsburg naar Lommel-Werkplaatsen, waar Gerard Damiaan werk vindt als schrijnwerker.  Met zijn loon steunt hij zijn familie, ondertussen 9 kinderen rijk.

In 1911 doet Gerard Damiaan zijn legerplicht bij het 11e linieregiment in Hasselt (zie ook Hendrik Jansen).  Begin augustus 1914 wordt ook hij gemobiliseerd.

Net als Hendrik Jansen neemt hij met zijn regiment deel aan de gevechten in Blaasveld bij Willebroek, waar hij sneuvelt op 30 september.