Categoriearchief: Weggevoerden

Willem Jacob Prinsen

De Lommelse student Willem Jacob Prinsen was slechts 21 jaar oud toen hij op 29 november 1916 als dwangarbeider werd weggevoerd naar Duitsland. Slechts enige maanden later, op 13 maart 1917, overleed hij in het kamp van Kassel-Niederzwehren aan de gevolgen van een longontsteking.

Arnold Willem Truyens en Pieter Hendrik Loykens

Exact 100 jaar geleden, op 24 februari 1917, stierf Arnold Willem Truyens, amper 25 jaar oud.
Enige maanden eerder werd hij samen met enkele honderden lotgenoten weggevoerd naar Duitsland.  Hij belandde in het kamp van Kassel-Niederzwehren, een verdelingsinrichting voor Belgische dwangarbeiders. Willem overleed  er aan een onbehandelde borstvliesontsteking, het gevolg van de slechte leefomstandigheden in het kamp.

Een paar dagen eerder stierf in Kassel-Niederzwehren ook al Pieter Hendrik Loykens, een 43-jarige landbouwer afkomstig van ‘t Enneven in Lommel.

Beide mannen liggen begraven op het kerkhof van het kamp.

peter hendrik loijkens

 

Jaak Haagdoren en Alfons De Koninck

Kameraden Jaak Haagdoren (°1885) en Alfons De Koninck (°1878) waren beiden schrijnwerkers te Lutlommel. Net als vele anderen werden ze op 29 november 1916 naar Duitsland weggevoerd, waar ze samen 2 jaar in een werkkamp verbleven.

Over hen werd verteld hoe ze in Lommel op zekere dag een Duits soldaat met verlof ontmoetten. De Duitser had flink gedronken en strompelde laveloos over straat. Jaak en Alfons besloten de knaap een afranseling te geven. Toen ze hem ’s anderdaags opnieuw zagen, vroegen ze hem grinnikend en wijzend op zijn blauwe oog: “Zijn het uw kameraden die u zo hebben toegetakeld?”

Omdat hij geheime rapporten over de grens had gebracht, werd Jaak in augustus 1918 een tweede keer gevangen genomen door de Duitsers.
In het café van zijn ouders aan de Grote Barrier luisterde hij de gesprekken van de Duitsers af. De informatie die hij op die manier verzamelde, bezorgde hij aan de inlichtingdienst. Hiervoor maakte hij gebruik van een holle wandelstok waarin hij zijn rapporten verstopte. Hij gebruikte vervolgens de smoes dat hij als schrijnwerker bomen ging opmeten aan de grens, om daar de wandelstok over de draadversperring te gooien.

jaak haagdoren
Doodsprentje Jaak Haagdoren

Weggevoerd naar Duitsland

Omwille van de vele verliezen op de Europese slagvelden, diende iedere Duitser die beschikbaar bleef gemobiliseerd en ingezet te worden bij het leger. Hierdoor kwam er in de Duitse oorlogseconomie behoefte aan arbeidskrachten. Toen het onmogelijk bleek de nodige aantallen Belgische arbeiders als vrijwilligers aan te werven, besloot de Duitse regering in oktober 1916 tot de deportatie van Belgische arbeidskrachten. Dit tegen het advies van Gouverneur-Generaal Von Bissing, die bang was voor onlusten.

Zo stonden op 29 november 1916 honderden mannen te wachten voor het kantonnale ‘Melde-Amt’ in Neerpelt. In een eerste schifting werden alle priesters, geneesheren, apothekers, gemeenteraadsleden en onderwijzers naar huis gestuurd, zoals dat in Maaseik daags voordien ook al was gebeurd. De overgebleven mannen, waaronder ook 64 Lommelaars, werden in het station van Neerpelt onder strenge bewaking van Duitse soldaten, in veewagens gestopt. Via Hasselt reisden ze naar Kassel en Münster, waar ze samen met ruim 10.000 andere Belgen in werkkampen werden ondergebracht, vaak met 250 personen in één barak. De meesten onder hen hadden  niet eens afscheid kunnen nemen van thuis.

Al in oktober 1916 veroordeelde kardinaal Mercier, aartsbisschop Van Mechelen, het Duitse optreden in zeer scherpe bewoordingen. De neutrale mogendheden sloten zich hierbij aan. Het Vaticaan, Spanje, Nederland, Zwitserland en de Verenigde Staten verklaarden in november en december 1916, dat de deportaties in strijd waren met het oorlogsrecht. Willem II, de Duitse keizer, week voor de zware druk en al in februari 1917 kwam aan de systematische deportatie van burgers een einde. In de zomer van 1917 waren de meeste weggevoerden terug in België. Velen bleken ondervoed en ondermijnd door kou en mishandeling. Sommigen overleefden het niet.

weggevoerden munster
Gedeporteerde burgers in het werkkamp van Münster (foto ‘Münster in alten Ansichten’)

 

Peter Geuns

Peter Geuns wordt in Luik geboren op 6 juli 1875, maar verhuist een jaar later samen met zijn ouders naar Lommel.  Op volwassen leeftijd gaat hij aan de slag als dagloner, hij woont dan in Lommel-Kattenbos.

Op 14 augustus 1915 wordt Peter gedeporteerd naar Duitsland omdat hij het tijdens de oorlog heeft gewaagd om jongelingen over de grens te helpen. Hij slaagt er echter in om uit Duitsland weg te vluchten en weet via Nederland het Belgische leger te bereiken. Totaal uitgeput wordt hij ter verzorging opgenomen in het militair ziekenhuis van Cabour (De Panne).

Peter Geuns overleeft de eerste wereldoorlog. Hij overlijdt in Lommel op 27 januari 1945.

cabour2
Belgisch militair hospitaal Cabour

 

Peter Ferdinand Joos

Peter Ferdinand Joos is de zoon van Peter Joos en Constantia Dierckx.  Hij wordt geboren in Balen op 26 december 1871.

Op 26 november 1903 trouwt Peter Ferdinand met de Nederlandse Jacoba Groenen.   Het jonge  koppel vestigt zich in Lommel waar Peter Ferdinand aan de slag gaat als arbeider in de glasfabriek.   Het kroostrijke gezin telt uiteindelijk 8 kinderen.

Op 2 februari 1915 wordt Peter Ferdinand door de Duitsers als burgergevangene opgepakt en gedeporteerd naar Duitsland.  De reden van zijn arrestatie is niet helemaal duidelijk.  1 augustus 1915 keert hij terug.

Op 29 november 1916 wordt hij echter voor een tweede keer weggevoerd.  Als één van de oudere mannen, hij is dan 44 jaar, wordt hij samen met 63 andere Lommelaars naar Duitsland afgevoerd voor dwangarbeid in de werkkampen.  In totaal worden niet minder dan 600.000 Belgen verplicht ingezet om de Duitse oorlogsmachine draaiende te houden.  2% overleeft het uiteindelijk niet.

Peter Ferdinand doorstaat de zware omstandigheden en kan op 3 augustus 1917 naar zijn gezin in Lommel weerkeren.